Bij uitgeverij Aspekt verscheen deze maand Losse Honden, de nieuwe bundel van Alja Spaan. (ISBN 9789464248920.) De bundel is verkrijgbaar bij de betere boekhandel.

Alja Spaan (Sint Pancras, 1957) schrijft vanaf haar elfde dagelijks (zowel proza als poëzie), was van alles maar vooral creatief. Haar huis in Alkmaar werd Atelier 9en40 waarin ze tot 2013 kunst- en poëzie­projecten deed. Onder die naam gaf ze anderen en zichzelf uit. Ze verscheen ook in verzamelbundels maar werd bekend door de Turing Gedichtenwedstrijd 2015. Nu organiseert zij Reuring, een taalplatform in Alkmaar. Zij is voorzitter, coördinator en redacteur bij het literaire e-magazine Meander en tevens verbonden aan het Dagboekarchief.

Alja Spaan onttovert de wereld maar laat nooit de magie verdwijnen. – Karel Wasch

De bundel Misschien moet alles eerst op tekening hersteld (Watervis, 2017) vormt haar eigenlijke, volwaardige debuut als dichter. Het jaar erop verscheen Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid (Uitg. IndeKnipscheer, 2018). Een optreden van Joost Prinsen (Oudejaars­avond, 2020, Matthijs van Nieuwkerk) maakte haar gedicht Geen rijmwoord voor populair. Meer weten? https://aljaspaan.nl/.

‘Gedichten over de omgeving, veraf en dichtbij’ is de ondertitel van de nieuwe bundel van deze uit Sint Pancras afkomstige schrijver. Spaan is poëzie-organisator van taalplatform Reuring in Alkmaar en redacteur bij het literaire e-magazine Meander. De bundel bevat 42 losse gedichten in twee hoofdstukken: ‘dichtbij’ en ‘veraf’.

Meteen valt de vormgeving op: elk gedicht bevat zeven tweeregelige strofen, en van dit stramien wijkt zij alleen sporadisch af. Wat ook meteen opvalt is het enjambement, waarbij het einde van een regel bijna nooit samenvalt met het einde van een zin. Dat gereedschap wordt kundig ingezet om de lezer attent te houden, en nadrukken en accenten daar te leggen waar de dichter wil.

Van een afstand lijken de pagina’s wel op horizontale tralies, maar voor mij als lezer zijn het jaloezieën, waardoor de lezer een gerichte inkijk gegund wordt in de werking van de poëtische kijk van Spaan op de wereld. De wereld ‘dichtbij’, waarbij het vaak lijkt of we meebewegen en -beleven in haar bijna privé gedachtewereld, alsof we live over haar schouders mogen meelezen in een dagboek of log. Zo leren we de dichter kennen als een warm mens, altijd weer verwonderd en speels bezig met haar waarnemingen en associaties in haar geest. De wereld ‘veraf’, waar Spaan haar blik en techniek vooral naar buiten richt op mensen en zaken in haar omgeving, op de maatschappij.

Wat altijd opvalt, is het zorgvuldige en creatieve taalgebruik, waardoor de gedichten altijd buitengewoon leesbaar zijn, altijd verrassen en een warm gevoel achterlaten. Deze dichter produceert geen kunstmatige, aanstellerige ‘kijk-mij-eens-mooi-schrijven-poëzie’, maar persoonlijke dichtkunst van vlees en bloed, om te lezen, te bewaren en vaak naar terug te keren. Van harte aanbevolen. Lees haar werk ook op https://aljaspaan.nl/

Hans F. Marijnissen,
recensie nov. 2021

© Alja Spaan, flaptekst en omslag (2021), gebruikt met toestemming.